De eigenaar van een Mazda MX-5 uit 2003 brengt zijn auto naar de werkplaats met twee klachten. Het motormanagementsysteem gaat in noodloop en het motorcontrolelampje brandt. Dit gebeurt alleen als de motor warm is en bij een constant toerental rond de 2.600 toeren per minuut. Hoewel de monteur wel een storing uitleest, blijkt het een uitdaging om de oorzaak van het probleem op te sporen en op te lossen.
Gegevens Mazda MX-5 in dit artikel:
Merk: Mazda
Model: MX-5
Motorcode: B6
Bouwjaar: 2003
In de werkplaats leest de monteur het motormanagementsysteem uit en constateert de opgeslagen foutcode P0300 – misfire. De storing kan gereproduceerd worden door de motor te starten, het gaspedaal in te trappen en op een bepaalde positie ingedrukt te houden. Na enige seconden al is er een toerenval van ongeveer 500 toeren in de motor hoorbaar. De toerenval is ook zichtbaar op de analoge toerenteller van de Mazda.
Pico-meting
De monteur heeft al een aantal controles uitgevoerd en geconstateerd dat tijdens de draaiende motor onder andere de aansturing op de injectoren af en toe wegvalt. Een Pico-meting op de ECU laat volgens de monteur goede resultaten zien. Hier loopt de monteur echter vast en schakelt hulp in van collega’s uit de Automotive Pro Facebook groep.
Allereerst worden er een aantal vragen gesteld om beter inzicht in het probleem te krijgen. Hoewel de Pico-meting positief uitviel, wil dit niet zeggen dat het toerental ook echt goed in het motormanagement aankomt.
Met testapparatuur meet de monteur vervolgens op de ECU waar de signalen van nokkenas en krukas in de stekker goed arriveren. Met deze gegevens vraagt de monteur in het autobedrijf zich af of het probleem in het motormanagementsysteem zou kunnen zitten.
Krukassignaal
Men betwijfelt dit en ziet bovendien in de foto’s van de scope-beelden dat vlak voor de storing de aansturing van de bobine ineens veel langer duurt. De ECU past dit signaal alleen aan de hand van de toerentalsensor of de pingelsensor. Het zou kunnen zijn dat de pingelsensor zelfontbranding signaleert, echter zou het ontstekingstijdstip dan moeten veranderen, maar dat blijkt niet het geval.
Omdat de afbeeldingen ook laten zien dat de voeding op de twee aanwezige bobines iets inzakt, wordt besloten om een extra plus te geven. Omdat het ontstekingstijdstip niet veranderd en het probleem ook niet opgelost is als er extra plus op de bobines wordt gezet, wordt er door gezocht totdat de monteur de bestanden van de scoopbeelden opstuurt zodat ze nader bekeken kunnen worden. Na het inzoomen en analyseren van de data valt op dat het krukassignaal af en toe een paar milliseconde wegvalt.
Hierop wordt de auto op de brug gezet en de verdachte sensor gecontroleerd. Op het eerste gezicht is het niet zichtbaar, maar de sensor kan met bevestigingsbeugel en al heen en weer bewogen worden. Nadat de sensor deugdelijk vastgezet is, is het probleem verholpen.